Het einde van het jaar is voor veel ondernemers het moment om nog enkele acties te ondernemen om de fiscale druk te verlagen. Zeker nu de regering-De Wever I verschillende wijzigingen doorvoert, kan het lonen om dit jaar nog stappen te nemen. Wat doe je nog best in december 2025?
In het begrotingsakkoord van 24 november 2025 is opgenomen dat het verlaagde tarief roerende voorheffing (RV) van 15% zal stijgen naar 18% met betrekking tot VVPR-bisdividenden en dividenden liquidatiereserves.
Initieel was er sprake van een overgangsregeling waarbij reeds bestaande VVPRbis-vennootschappen tijdelijk nog dividenden en liquidatiereserves zouden kunnen uitkeren aan 15% roerende voorheffing (mits voldaan aan de relevante voorwaarden).
Onze regering bereikte echter geen akkoord over de modaliteiten voor die overgangsregeling voor de VVPR-bisdividenden. Daarom werd besloten om de 18% roerende voorheffing al te laten ingaan voor uitkeringen van VVPR-bisdividenden vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand van de publicatie van de wetgeving hieromtrent in het Belgisch Staatsblad.
Maar aangezien onze politici tijdens de eindejaarsperiode een rustpauze nemen, is het onwaarschijnlijk dat de wetgeving hierrond dit jaar nog gestemd en gepubliceerd zal worden. Wil je absolute zekerheid omtrent het gunsttarief van 15%? Dan kan het aangewezen zijn om nog voor het einde van het jaar een tussentijds dividend (met betrekking tot de winsten uit voorgaande jaren) en/of een interimdividend (met betrekking tot de winst van het lopende boekjaar) uit te keren.
Het is wel belangrijk om niet overhaast te werk te gaan. Het uitkeren van een dividend voor het einde van het jaar kan er o.a. voor zorgen dat er in de toekomst een hogere meerwaardebelasting verschuldigd wordt. In het kader van de meerwaardebelasting is het namelijk relevant dat de waarde van de vennootschap per 31 december 2025 het ijkingsmoment is om de latere belastbare meerwaarde te bepalen. Het voordeel van het uitkeren van een dividend voor het einde van het jaar dient dan ook case per case beoordeeld te worden. Wil je daarbij zeker zijn dat je de juiste keuze maakt? Neem dan zeker contact op met onze experten!
Voor dividenden uit liquidatiereserves wordt er gekeken naar de balansdatum van het boekjaar waarvoor de liquidatiereserves werden aangelegd. Voor liquidatiereserves die op vandaag al werden aangelegd (na afhouding van 10% anticipatieve heffing), blijft een uitkering aan 5% RV mogelijk als de wachttermijn van vijf jaar wordt gerespecteerd; 6,5% als slechts drie jaar wordt gewacht. Deze gunstige behandeling zal nog behouden blijven voor uitkeringen uit liquidatiereserves aangelegd voor een boekjaar verbonden met aanslagjaar 2025 of vroeger (met de uiterste afsluitingsdatum op 30 december 2025). Daarna stijgt het tarief van de roerende voorheffing naar 9,8% om de effectieve belastingdruk op 18% te brengen.
Overweeg je om in de nabije toekomst een nieuwe hybride wagen of wagen met brandstofmotor aan te kopen binnen je vennootschap? Dan is het aangewezen de aankoop nog voor het einde van het jaar in orde te brengen om nog een beperkte aftrek in 2026 en 2027 te kunnen genieten. Alle kosten verbonden aan deze wagens die vanaf 2026 worden gekocht, gehuurd of geleased, zullen fiscaal niet meer aftrekbaar zijn.
De datum van de ondertekening van de bestelbon van de wagen of de datum van ondertekening van het lease- of huurcontract is hierbij bepalend.
Voor zelfstandigen-eenmanszaken wordt er in een soepelere regeling voorzien, waarbij de aankoop van een hybride voertuig langer fiscaal aangemoedigd wordt.
De investeringsaftrek werd grondig hervormd voor investeringen verricht vanaf 1 januari 2025. Vanaf 2025 bestaan er nog drie soorten investeringsaftrek en worden de percentages niet meer geïndexeerd. Het is dan ook niet langer vereist nog snel investeringen te doen voor het jaareinde om van een ander (gunstiger) regime te kunnen genieten.
Het is echter wel aangewezen om nu al in kaart te brengen welke investeringen er gedurende het afgelopen boekjaar gedaan werden om na te gaan of er eventueel een verhoogde investeringsaftrek kan worden toegepast. In dit kader moeten soms formaliteiten in orde gebracht worden voor een bepaalde deadline (bv. het aanvragen van een attest) waardoor hier best snel geschakeld wordt.
Bovendien wordt er voorzien in een onbeperkte overdraagbaarheid van de basisaftrek van 10%. Vennootschappen die nu geen belastbare basis hebben maar in de nabije toekomst wel, zullen dankzij de onbeperkte overdraagbaarheid alsnog van de investeringsaftrek kunnen genieten.
Als je boekjaar gelijkloopt met het kalenderjaar, kan het gedurende de eindejaarsperiode interessant zijn om na te gaan of je voldoende voorafbetalingen verricht hebt tijdens het boekjaar.
De deadline voor het verrichten van een voorafbetaling met betrekking tot het vierde kwartaal is 22 december 2025. Helaas is de bonificatie (het voordeel) voor deze voorafbetaling gedurende het vierde kwartaal het minst voordelig (slechts 4,5%). Vandaar dat het aangewezen kan zijn nog een tax shelter-investering te overwegen als alternatie (of in combinatie daarmee).
Let wel: als je vennootschap geniet van het verlaagde tarief, dan zal het rendement bij een onvoldoende hoge winst mogelijk negatief uitvallen. Bovendien is het aangewezen om enkel met erkende tax shelter-maatschappijen overeenkomsten af te sluiten zodat er aanspraak gemaakt kan worden op een verzekering als het attest op het einde van de rit niet verkregen zou worden.
De beoordeling welke optie het meest optimaal is (voorafbetaling, tax shelter-investering of een combinatie daarvan) dient case per case beoordeeld te worden in functie van de cijfers van de vennootschap. Wil je daar zekerheid over? Ook daarvoor staan onze experten paraat!
Ondernemingen waarvan het onroerend goed gelegen in Vlaanderen voor een bepaalde periode heeft leeggestaan en geen inkomsten heeft gegenereerd, kunnen een aanvraag tot proportionele vermindering van onroerende voorheffing indienen. De belangrijkste voorwaarde hierbij is dat het onroerend goed minstens 90 dagen improductief was. De aanvraag voor deze vermindering kan je ten laatste op 31 maart 2026 indienen. Opgelet: als je het aanslagbiljet ontvangt in een ander jaar dan het jaar waarvoor de aanslag geldt, dan geldt de gewone bezwaartermijn van 3 maanden.
In 2026 stijgt de maximale waarde van maaltijdcheques van 8 euro naar 10 euro per gewerkte dag, op voorwaarde dat je als werkgever de juiste stappen zet. Deze verhoging zal namelijk niet automatisch worden toegepast (zie ons artikel hierover voor meer info).
Het fiscaal optimaliseren van je vennootschap vraagt om maatwerk. Voor je een stap neemt, is het belangrijk om goed in kaart te brengen wat het gevolg daarvan is voor je bredere financiële situatie. Heb je daarbij hulp nodig?
Veel ondernemers geven hun medewerkers een geschenk voor speciale gelegenheden zoals Kerstmis of verjaardagen. Hou daarbij echter rekening met de geldende fiscale regels. Anders loop je niet alleen een fiscaal voordeel mis, maar loop je het risico dat het geschenk gezien wordt als loon en ook zo belast wordt.
Vanaf 1 januari 2026 stijgt het maximumbedrag voor maaltijdcheques van € 8 naar € 10 per werkdag. Een mooie manier om fiscaalvriendelijk een extra financiële beloning te voorzien voor je medewerkers én jezelf als bedrijfsleider. Maar let op: de verhoging gebeurt niet automatisch. Wat moet je weten en doen?
VGD doet er alles aan om je privacy te beschermen en te respecteren. Door op 'ik schrijf me in' te klikken, ga je ermee akkoord dat we de hierboven ingediende persoonlijke informatie kunnen opslaan en verwerken om de gevraagde inhoud te verstrekken.
Wij blijven nieuwe verhalen schrijven en onze expertise delen. Wil je dat vers van de pers? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
Heb je nood aan een expert die je helpt met de uitdagingen van je onderneming? Neem contact op met onze adviseurs!
